In Trouw van 7 juli jl. staat een kort artikel dat ik opgestuurd kreeg. De titel van de frisse rubriek ‘vijf vragen’ is die dag: ‘Iedereen een boeddha dus zen is hip’. Alleen al daarover zou je een boek vol kunnen schrijven. Ga ik niet doen, maar wel even aanstippen: de titel bedoelt dat iedereen een boeddhabeeld in de tuin of in huis heeft, en dat daaruit dus blijkt dat zen (of, in bredere zin, boeddhisme) hip is. Maar als zennie lees je al snel: iedereen IS een boeddha (en dus is zen hip). Iedereen is al boeddha vanaf het begin der tijden, dus er is weinig hips aan, maar het is wel een troostrijke gedachte. En een hond? Ander keertje…
In de eerste zin van het artikel stelt de auteur, Anniek van den Brand: ‘Dai osho, zenmeester Rients Ritskes (52), heeft vijf van zijn leerlingen – vier mannen en een vrouw – tot ‘osho’, zenleraar, gewijd.’ Dai osho. Mijn god. Wie verzint dat? Het betekent letterlijk ‘grote (boeddhistische) priester’ en wordt als eretitel gebruikt voor grote zenmeesters, als ze dood zijn. De man is nog niet overleden en heeft bovendien geen positie in de Japanse lijn van het klooster waar hij ooit even trainde. Zenmeesters uit dat klooster en uit die lijn geven aan af te keuren wat hij hier doet. Als hij positie had gehad, hadden ze hem eruit gezet. Dus wie heeft hem die titel verleend? Ik vrees hijzelf.
Op de vraag wanneer je zenmeester kunt worden, antwoordt Ritskes: ‘Je wordt meester als je bijna verlicht ofwel gelukkig bent.’ Het woordje bijna geeft waarschijnlijk aan waar Ritskes zelf denkt te staan. Far from it, vrees ik weer, maar goed. Verlichting is een lastig woord, ik zou liever spreken van ontwaken of niet-zelf, dat is toch net iets minder hoogdravend. En dat is op zijn beurt weer iets volkomen anders dan geluk.
Vraag twee in het artikel. ‘Wie bepaalt of iemand zen-osho mag worden?’ Het antwoord: ‘Ik!’ Dat is ongetwijfeld het geval, dus waarheidsgetrouw. Interessant is het feit dat iemand die zelf niet is geautoriseerd, anderen autoriseert. Dat deed de Boeddha ook met Mahakasyapa, maar die vergelijking gaat hier helaas niet op, dat is a whole nother league. Nog interessanter is de vraag hoe de beoordeling tot stand komt. Om te worden goedgekeurd moet je zo’n tien jaar in opleiding zijn geweest onder supervisie van Ritskes. Kosten daarvoor zijn 220 euro per maand. Een snelle rekensom leert dat je dus een certificaatje kunt ‘kopen’ voor 25.000 euro (en je moet natuurlijk verder inhoudelijk ook nog wel iets doen), en dat Ritskes aan zijn vijf osho’s ruim een ton overhoudt. Maar goed, daar krijg je natuurlijk wel intensieve begeleiding voor, en voor wat hoort wat. Blijkbaar zijn er mensen zo gretig dat ze het ervoor over hebben.
Is dit schadelijk voor zen? Is dit slecht voor het boeddhisme? Is dit van alle tijden? Is dit gedurfd en vernieuwend of schurkachtig?
Graag wil ik iets vragen aan de ongetwijfeld kleine maar desondanks volhardende lezersschare van deze blog.
De vraag is: moet ik dit soort dingen nog melden? Moet ik hier nog kanttekeningen bij plaatsen, moet ik ertegen in het geweer komen, moet ik er de draak mee steken, helpt het als ik roep dat dit niks met zen van doen heeft? Of is het beter om te zwijgen? In het vertrouwen dat wie vette hamburgers wil eten dat toch wel doet, en wie verse sla wil dat wel regelt? Zijn dit, kortom, zulke kwalijke zaken dat je er niet genoeg tegen kunt waarschuwen, of zulke kwalijke zaken dat je er niet genoeg over kunt zwijgen? Ik houd serieus rekening met jullie input, dus laat het me weten. Mail, bel, schrijf, sms, twitter of wat dan ook. Ik weet het ook niet. Laten we in ieder geval streven naar een zuiver en authentiek zenboeddhisme in Nederland. Geen oplichterij en klatergoud.
Mail me! Of post een comment (via de link '0 comments' rechts bovenaan dit stukje :-)). Ik ben benieuwd.