
Sluyter zegt keihard: ‘Ik heb moeite met het gedrag van Rients sinds de kritiek (van Sokun Tsushimoto Roshi) op zijn functioneren. Ik lag al vaker in de clinch met Rients, met name over de expansiedrift.’ Vervolgens zegt ze volgens beste Nederlands boeddhistisch gebruik iets aardigs, namelijk dat ze het allemaal wel begrijpt, maar de uitspraak liegt er intussen niet minder om.
Overigens zou ik dolgraag weten met welk gedrag Sluyter moeite heeft, maar die vraag laat het BD helaas liggen.
Pepertalk
Een andere pepertalk: ‘Het geharrewar tussen Sokun en Rients over het feit of Rients wel of niet een geautoriseerd leraar is, was de befaamde druppel die de emmer deed overlopen. Ik heb geen zin in kwesties en wil me kunnen richten op waar het om gaat: de beoefening van zen.’
Dat laatste klinkt ineens wel heel devoot. Ik vrees dat er toch ook wat strategische overwegingen meespelen. Moeten we misschien lezen: ‘ik ben liever geen onderdeel van een organisatie met een reputatieprobleem, want dat straalt negatief af op mijzelf’?
En hoezo alleen ‘de beoefening van zen’? Ze gaat toch gewoon door met het oprichten en leiden van een nieuwe zenclub die bovendien dezelfde commerciële prijzen vraagt als Zen.nl? Jaja, alles is zenbeoefening, ik weet het. Maar toch.
Apetrots
Zo zegt Sluyter ook: ‘Dat gedoe met die titels interesseert me niet. Ja, zullen sommigen zeggen, jij hebt zelf de titel osho binnen die groep gekregen.’ Inderdaad. Hoe raad je het zo. En ze was apetrots, en dubde haar twitteraccount vanaf dat moment ‘@oshowanda’. En nu plotseling interesseert ‘dat gedoe met die titels’ haar niet. Dit gedrag lijkt vergelijkbaar met het gedraai van Ritskes over de titelfraude. Opportunisme is het sleutelwoord. En zo heeft de leerling misschien meer gemeen met de ‘leraar’ dan ze zou willen.
Lees het hele artikel op de website van het Boeddhistisch Dagblad